Mijn mentor werkt naast mijn verdwenen bezittingen, nog aan iets anders. Hij probeert een afspraak voor mij te regelen met mijn ‘casemanager’. Iedere gevangene heeft in de gevangenis een casemagager die je tijdens de detentie bij allerlei zaken begeleidt. Het is alleen nog niet gelukt contact met haar te krijgen. Mijn mentor hoopt dat zij me met de openstaande boetes op weg kan helpen.

Tijdens recreatie zitten we met een groepje aan de grote tafel en hebben we het erover. Bijna niemand heeft regelmatig contact met de eigen casemanager.
“Er zijn er veel te weinig”, zegt één van hen, “Ze hebben geen tijd genoeg, of ze zijn overwerkt. Sinds de ontslagen zijn de problemen begonnen.”
Bezuinigingen treffen ook de gevangenen.
Bijna iedereen heeft een goed contact met de casemanagers. Ze nemen het hen niet kwalijk dat ze veel te weinig contact hebben. “Ze kunnen er niets aan doen”, beaamt een ander, “De mijne doet wat hij kan, maar krijgt het gewoon niet voor elkaar”. Het gesprek gaat verder. Over andere gevangenissen waar de bezuinigen voelbaar zijn.
Iemand vertelt over de gevangenis van Scheveningen, waar zes jaar geleden door de gedetineerden nog activiteiten georganiseerd konden worden. Zo was er een muziekgroepje, waar een aantal talenten met elkaar een uurtje in de week muziek konden maken. Goed tegen verveling en goed voor de verdere ontwikkeling van talenten. Dit is nu verleden tijd.
Ook de Koepel komt ter sprake. Daar kan ik over meepraten. De bewaarders interesseren zich niet voor je, die ervaring heeft iedereen die er kort of langer heeft vastgezeten.
Iemand weet hoe dat komt. De Koepel staat op de lijst van gevangenissen die gesloten worden. Bewaarders worden naar de Koepel overgeplaatst, als voorportaal van hun ontslag. Ze komen uit Breda en Zutphen en weten dat ze op straat staan zodra de gevangenis sluit. Ze hebben de interesse in het werk en de gedetineerden verloren. Het maakt ze niet uit hoe het eraan toe gaat. Voor hen is het de laatste halte, ze zijn teleurgesteld en kunnen geen motivatie opbrengen.

Als ik terug naar mijn cel ga loop ik langs het prikbord dat op de afdeling aan de muur hangt. Mijn oog valt plotseling op een briefje. Het is een uitleg over verschillende boetes die vanuit het CJIB worden opgelegd. Ook over verkeersboetes, officieel Wet Mulder genoemd, staat ook hier weer dat het CJIB geen betalingsregeling accepteert. Het lijkt wel of niemand weet hoe het nou echt zit. Mijn mentor denkt dat er nu ik gegijzeld ben er wel weer een opening is. Maar een aantal van zijn collega’s spreekt dat tegen. Ik weet het ook niet meer, en hoop dat ik mijn casemanager nog te spreken krijg voordat ik vrij kom. Zij zal vast en zeker eerder met dit bijltje gehakt hebben.

De volgende dag komt er inderdaad uitsluitsel. Ik word door mijn mentor even apart genomen.
“Ik heb je casemanager net aan de telefoon gehad, maar ze zei dat het geen zin heeft om naar je toe te komen. Met het CJIB is geen betalingsregeling mogelijk. Je zal alles in één keer moeten betalen.”
Ik ben niet eens teleurgesteld. Het is de boodschap die ik vanaf het begin gehoord heb. U moet in één keer betalen.

Natuurlijk kan ik niet in één keer betalen. Dan kon ik niet toen de boete binnenkwam, dat kon ik zeker niet na de verschillende verhogingen en dat kan ik ook nu niet. Dit hele circus is totaal nutteloos. Het kost Justitie handenvol geld om me hier te vast te houden. Veel meer dan ik hen schuldig ben. Ik maak me er kwaad om, want het gaat om geld van de belastingbetaler dat hierdoor over de balk gesmeten wordt. En dan heb ik het maar niet over de krankzinnige situatie dat duizenden onschuldigen door betalingsproblemen zonder pardon door de politie worden opgepakt en vastgezet. Op momenten dat ik me er heel boos over maak, noem ik het Russische praktijken.

Poetin zou zijn vingers erbij aflikken.

<< Bella figa | Duivels genoegen >>